Kan een vennootschap kledij kopen voor haar zaakvoerder
Het antwoord op deze vraag vinden we terug in het wetboek inkomstenbelasting.
In Artikel 49 wetboek inkomstenbelasting bepaalt de wetgever dat beroepskosten in eerste instantie aftrekbaar zijn als deze gedaan of gedragen zijn om belastbare beroepsinkomsten te verwerven of te behouden. Meer bepaald: alle kosten die op de één of andere manier kunnen leiden tot beroepsinkomsten zijn een aftrekbare uitgave. Dit biedt ruimte voor de ondernemer om aan creatief boekhouden te doen. Om deze speelruimte te beperken, heeft de wetgever onmiddellijk ook een aantal artikelen ingeschreven met opgave van welke kosten niet in aanmerking komen als beroepskosten en op die manier geen aftrekbare uitgaven zijn of zelfs een voordeel alle aard vormen voor de zaakvoerder/genieter.
De niet-aftrekbare uitgaven worden betaald met gelden van de vennootschap, maar zijn toch geen aftrekbare kosten. Er is m.a.w. geen belastingvoordeel voor de vennootschap.
Voordelen alle aard zijn uitgaven die betaald worden met centen van de vennootschap en waarvan de genieter privé een voordeel heeft. De genieter zal op dit voordeel belast worden in de personenbelasting en betaalt op die manier belastingen/sociale bijdragen op het bedrag van het voordeel alle aard. De uitgave is aftrekbaar als kost voor de vennootschap.
Eén van die niet-aftrekbare uitgaven betreffen kosten voor kledij die geen specifieke beroepskledij is.
Onder specifieke beroepskledij wordt verstaan:
- die door de reglementering op de arbeidsbescherming of door een collectieve arbeidsovereenkomst als werkkledij wordt opgelegd (bv. veiligheidsschoenen, kokskledij, overall, e.d.) of
- die als bijzondere kledij bij het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid wordt gedragen, daaraan is aangepast en wegens de aard van de beroepswerkzaamheid verplicht, noodzakelijk of gebruikelijk is.
In beide gevallen met uitsluiting van kledij die in het privéleven doorgaans als stads-, avond-, ceremonie-, reis- of vrijetijdskledij wordt aangemerkt of als dusdanig dient; deze kledij kan nooit specifieke beroepskledij zijn en zal ofwel een niet-aftrekbare uitgave vormen of een voordeel alle aard.
Om te bepalen of het nu al dan niet over een niet-aftrekbare uitgave gaat of een voordeel alle aard, dient men uit te maken of de bedrijfsleider al dan niet privaat een voordeel kan halen uit de uitgave die gedaan wordt door de vennootschap.
Voorbeeld 1: De vennootschap doet een aankoop van een jeans; het is duidelijk dat de jeans eveneens in de privésfeer wordt gedragen; deze uitgave zal door de fiscus beschouwd worden als een voordeel alle aard – de bedrijfsleider zal snel 60% aan belasting en sociale bijdragen betalen op het bedrag van het voordeel.
Voorbeeld 2: De bedrijfsleider van een vennootschap stelt een nieuw product voor en organiseert hiervoor een seminarie/event voor de klanten/prospecten. Het spreekt voor zich dat de bedrijfsleider er piekfijn moet uitzien voor de presentatie. In functie van de voorstelling bekostigt de vennootschap de outfit van de bedrijfsleider. De bedrijfsleider draagt de outfit niet in de private sfeer. Deze uitgave kan als niet-specifieke beroepskledij beschouwd worden. Het is m.a.w. geen aftrekbare uitgave, maar evenmin een voordeel alle aard voor de bedrijfsleider. De fiscus zal dit consequent proberen tegen te spreken. Toch is het in eerste instantie aan de fiscus om te bewijzen dat er een privaat voordeel is voor de bedrijfsleider.
Voorbeeld 3: Een vennootschap koopt voor haar bedrijfsleiding en medewerkers hemden/bloezen met zichtbare vermelding van naam en/of logo van het bedrijf of haar producten/diensten. Deze uitgave is steeds 100% aftrekbaar in hoofde van de vennootschap en kan nooit een belastbaar voordeel vormen voor de bedrijfsleiding en/of medewerkers.
Er is dus alleen sprake van belastbaarheid in de personenbelasting indien de uitgave, betaald door de vennootschap, betrekking heeft op uitgaven met een privé karakter/gebruik. Indien er geen sprake is van privaat gebruik door de bedrijfsleider, is er ook geen voordeel in hoofde van de bedrijfsleider.
Creatief boekhouden: geschenkcheques
Men kan ook steeds geschenkcheques kopen en deze laten factureren aan de vennootschap. De vennootschap kan deze cheques uitdelen aan haar klanten/prospecten/belanghebbenden en waarom niet aan de bedrijfsleider zelf en/of echtgeno(o)t(e)…
Indien de geschenkcheque niet hoger is dan 125 euro, dan dient men de ontvanger van de cheque niet kenbaar te maken en kan er aldus nooit sprake zijn van een voordeel alle aard. Indien het geschenk een hogere waarde heeft dan 125 euro, dient de genieter kenbaar worden gemaakt en zal de genieter belast worden op de waarde van het geschenk.
Een geschenkcheque is fiscaal een aftrekbare uitgave ter waarde van 50%.
De BTW bij relatiegeschenken is niet aftrekbaar tenzij het relatiegeschenk minder dan 50 euro, excl. BTW, bedraagt.
Geschenkcheques kunnen in beperkte mate een oplossing bieden.
Conclusie
Een vennootschap kan kledij kopen voor de bedrijfsleiding. Indien het om specifieke beroepskledij gaat, is er nooit een probleem. Bij niet-specifieke beroepskledij dient men de situatie te analyseren om te bepalen of het om een niet-aftrekbare uitgave gaat of een voordeel alle aard voor de bedrijfsleider. Natuurlijk kan men ook aan creatief boekhouden doen en geschenkcheques aankopen en uitdelen.
Auteur : Grammens Wim
© Copyright 2023 - Het Accountantskantoor Soenen & Grammens bv - BE 0459.630.837 | privacy- en cookiebeleid | voorwaarden | Handcrafted by CrayonCru®