Voordelen alle aard bewoning onder vuur ...
Wie gratis een woning ter beschikking krijgt van zijn werkgever (bijvoorbeeld: een bedrijfsleider ),, wordt hierop belast met een zogenaamd ‘voordeel alle aard’. Aan de hand van een forfaitaire berekening, wordt een waarde bepaald van de gratis bewoning. Deze waarde wordt beschouwd als belastbaar inkomen.
Nu is er een verschil in de forfaitaire berekening, afhankelijk van het feit of de woning ter beschikking gesteld wordt door een natuurlijk persoon (de werkgever werkt met een eenmanszaak) of door een vennootschap . In het eerste geval is het voordeel gelijk aan het geïndexeerd kadastraal inkomen x 100/60, terwijl dat in het tweede geval nog eens x 3,8 is.
Woont u als zaakvoerder van eenvennootschap in een woning, die eigendom is van de vennootschap, dan wordt u dus bijna vier keer zo hoog belast als iemand die een woning ter beschikking krijgt van een natuurlijk persoon! Discriminatie in feite? Zo oordeelde ook het Gentse Hof van Beroep vorig jaar: de verschillende berekeningswijze is een schending van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
De fiscus acht dit verschil echter verantwoord: de ter beschikkingstelling door een vennootschap gebeurt meestal aan de bedrijfsleider zelf, die bovendien zelf de woning kiest en op deze manier privékosten naar de vennootschap toe schuift. Bovendien krijgt een werknemer meestal slechts een eenvoudige woning, vandaar de lagere berekening.
In de wet bestaat er echter geen verschillende berekeningswijze voor bedrijfsleiders en werknemers, maar wel een verschil naargelang de eigenaar van de woning een vennootschap dan wel een natuurlijk persoon is. Vandaar dat de rechtbank te Gent besliste dat het verschil onverantwoord is.
Het Hof van Beroep te Antwerpen kwam in januari tot hetzelfde besluit, waardoor de fiscus dit niet zomaar aan zich kan laten voorbij gaan. Het gevolg hiervan is immers dat het voordeel alle aard niet vermenigvuldigd mag worden met een factor 3,8 als de woning ter beschikking gesteld wordt door een vennootschap.
Goed nieuws voor iedere bedrijfsleider die in een woning van zijn vennootschap woont? Wellicht is dit iets te voorbarig: de verwachting is immers dat er een reparatiewet komt om het verschil in berekening te verantwoorden. Zomaar de factor 3,8 laten vallen lijkt ons geen verantwoordde oplossing tegen een te hoog voordeel alle aard. Interessanter is om de forfaitaire berekening af te toetsen aan een conforme marktwaarde.
Zit u hierover nog met vragen, neem contact op met Het Accountantskantoor.
© Copyright 2023 - Het Accountantskantoor Soenen & Grammens bv - BE 0459.630.837 | privacy- en cookiebeleid | voorwaarden | Handcrafted by CrayonCru®